Vaccinatie via de moeder tegen RSV -virus wordt vanaf 2025 nu ook terugbetaald.

Afbeelding
x
Vanaf 1 januari 2025 wordt het Abrysvo-vaccin, dat infectie met het respiratoir syncytieel virus (RSV) moet voorkomen, vergoed voor zwangere vrouwen. Dit vaccin, dat tijdens de zwangerschap wordt toegediend, stelt de moeder in staat om antilichamen over te dragen aan de foetus, zodat de foetus vanaf de geboorte beschermd is tegen RSV.

“In ons land worden nog te veel baby's getroffen door RSV. Door dit vaccin terug te betalen, beschermen we onze jongste patiëntjes en verlichten we de druk op onze ziekenhuizen tijdens de winter”, aldus Frank Vandenbroucke, demissionair minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.

RSV is de belangrijkste oorzaak van luchtweginfecties bij jonge kinderen. Het kan zich ontwikkelen tot ernstige vormen zoals bronchiolitis of longontsteking, waarvoor soms een ziekenhuisopname nodig is. Elk jaar registreert Sciensano ongeveer 7.000 gevallen in België, voornamelijk tussen oktober en maart.

In maart 2023 vroeg minister Frank Vandenbroucke aan de Hoge Gezondheidsraad om aanbevelingen op te stellen over het gebruik van antilichamen tegen het RSV-virus. Gezien de hoge ziektelast bij zuigelingen en de ernst van de infectie, is de Hoge Gezondheidsraad voorstander van RSV-preventie voor alle zuigelingen jonger dan één jaar: 

  • Of door het gebruik van het maternale vaccin (ABRYSVO) voor vrouwen die moeten bevallen tijdens het RSV-seizoen (september tot maart). De Hoge Gezondheidsraad beschouwt de periode van 28 tot 36 weken zwangerschap als de aanbevolen periode om de moeder te vaccineren.
  • Ofwel door Beyfortus toe te dienen aan baby's die geboren zijn uit niet-gevaccineerde moeders of die te vroeg (<30 weken zwangerschap) of binnen twee weken na toediening van het vaccin tijdens de zwangerschap geboren zijn.

Er wordt echter maar één behandeling vergoed: het vaccin voor de moeder of de medicatie voor de baby.

Deze beslissing maakt deel uit van een algemene preventiestrategie om infecties van de luchtwegen bij zuigelingen te verminderen en de druk op het gezondheidszorgsysteem te beperken.